De kans is groot dat uw geheugen anders werkt dan dat van mij, maar bij mij resteren van afgelopen Prinsjesdag nog slechts vage herinneringen aan het lucky TV filmpje met de gouden koets.
Ik vind dat best opvallend, ook omdat de felle strijd van nu bijna een jaar geleden rond de Nibud-normen nog wél vers in het geheugen staan. En dat terwijl men bij het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) in feite niets anders doet dan het vertalen van kabinetsbeleid – dat op prinsjesdag aan het volk wordt uitgelegd door de regering – naar een bedrag dat gezinnen maandelijks kunnen missen voor hun hypotheek. Kennelijk komt de keiharde berekening van wat we maximaal kunnen lenen harder binnen dan de wollige en optimistische uitleg van het kabinet zelf.
Vorige week maandag – de vierde van oktober – werd de nieuwe leennorm voor 2016 gepresenteerd. Om de ongefundeerde ophef van vorig jaar voor te zijn had het Nibud deze keer gekozen om enkele journalisten – en ondergetekende – uit te nodigen voor een toelichting.
Deze benadering had zichtbaar beter geïnformeerde en nauwkeuriger nieuwsberichten tot gevolg. Desondanks was er ook nu kritiek, zij het minder dan voorgaand jaar. Zo merkten enkele doortastende media op dat door toegenomen leenruimte van tweeverdieners mogelijk weer een risico op een nieuwe zeepbel ontstaat.
Dat dit het Nibud wordt aangerekend is niet vreemd, zij zijn immers zo’n beetje de enigen die in de aanloop naar 2008 nog íets hebben gedaan om de groei van de zeepbel op de huizenmarkt af te remmen. Maar hun taak is dat niet, want dat is slechts om gezinnen te behoeden voor een te hoge hypotheeklast. De kritiek is dus terecht, maar aan het verkeerde adres.
Met welke instructies wordt Nibud op pad gestuurd?
Voor deze kritiek moeten we zijn bij de opdrachtgever van het Nibud, en dat is minister Stef Blok van wonen. Hij bepaalt immers de taakomschrijving waarmee het Nibud aan de slag gaat. Toen vorige week alle discussies en cijfers op me waren ingewerkt was precies dat wat er aan mij bleef knagen. De taakomschrijving van het Nibud en het opdrachtgeversschap van de minister.
De taakomschrijving blijft niet alleen hangen omdat de micro-economische bril waardoor het Nibud kijkt ons niet gaat behoeden voor een nieuwe zeepbel. Dat voelt de maatschappij volgens mij feilloos aan nu tweeverdieners weer meer mogen gaan lenen, aangezien precies daar in 1993 de vorige zeepbel begon.
Nee, ook binnen de opdracht zoals deze nu aan het Nibud is gegund moet er haast discussie zijn geweest over de afbakening van die opdracht. De bouwlobby voelt immers feilloos aan dat het Nibud de sluisdeuren beheert waardoor er geld haar kant op vloeit. Met alle gereedschappen die zij tot haar beschikking heeft probeert zij deze deuren verder open te wrikken bij iedere kans die ze krijgt.
Zo wordt er bijvoorbeeld gestreden om de rentestanden waarmee het Nibud rekening dient te houden. Omdat er bij een lagere rente minder hypotheekrente valt af te trekken, gelden lagere financieringspercentages bij lagere rentestanden. Dit houdt in dat er relatief een kleiner deel van het inkomen aan de hypotheek kan worden besteed dan bij een hoge rente.
Een jaar geleden stelde het Nibud vanwege de almaar dalende rente voor om een breder pallet aan rentestanden door te rekenen, wat op fel verzet stuitte van de hypothekenbranche. Gevolg was dat er vanwege de keihard dalende rente een periode teveel geleend kon worden en Nibud een half jaar na publiceren van de normen wéér slecht nieuws moest brengen – en uitleggen.
Inmiddels is het pallet aan rentestanden uitgebreid van 5 naar 10 staffels. Maar tot mijn grote verbazing hoeft de rente (op dit moment 2,15 procent voor 10 jaar vast met NHG) maar 0,15 procentpunt te dalen om onder de bandbreedte van de laagste staffel van 2 tot 2,5 procent te schieten. Mocht het zover komen zal dit net als afgelopen voorjaar ophef veroorzaken omdat Nibud de normen volgens media wéér aanscherpen.
Het gaat er bij mij niet in dat Nibud zelf heeft gekozen om rekening te houden met percentages van 2 tot 8 procent. Zij moeten wel hebben voorgesteld om te rekenen van bijvoorbeeld 0 tot 6 procent. Het kan niet anders of hier zijn krachten aan het werk geweest die aannemelijk hebben kunnen maken dat het voorspellen van de ontwikkeling van de rente niet tot de taak van het Nibud behoort. En dat rente – nu echt – zal gaan stijgen.
En welke rol speelt minister Blok?
Dat hier lobbyisten een voet tussen de deur krijgen maakt inzichtelijk aan welk politiek moeras de sluizen van het Nibud eigenlijk grenzen. Dit zou geen probleem zijn als minister Blok zijn opdrachtgeverschap serieuzer zou nemen. Maar waar de politieke druk vanuit de bouw-, verkoop- en hypothekenlobby wordt opgevoerd om het mandaat van Nibud zo klein mogelijk te maken hoeven we niet te rekenen op de minister die komt uitleggen dat volgens de geest van de opdracht het Nibud een grotere rol heeft dan wat de letter doet geloven.
Met nog ruim een jaar te gaan tot de verkiezingen zal hij zich ook niet erg geroepen voelen om het zichzelf moeilijker te maken dan strikt noodzakelijk. Stijgende prijzen en stijgende transactie aantallen tellen bij de verkiezingen. Daar zouden geïntegreerde macroprudentiële normen op de woningmarkt alleen maar bij in de weg staan. Ook lijken in dat licht zo nu en dan de korreltjes zout die de lobby aanreikt best welkom om zo de ‘trek in de schoorsteen’ te houden.
Blijf weg bij dat politieke moeras
De berichtgeving over de nieuwe norm was vorige week maandag zichtbaar beter geïnformeerd en nauwkeuriger na de uitleg door het Nibud eerder op de dag. Ik heb de communicatiemedewerker in het mailtje waarin ik dankte voor de uitnodiging dan ook gefeliciteerd met dit resultaat. Maar na bovenstaande overwegingen denk ik dat ik er naast zat.
Want als de hypotheek norm slechts een weerspiegeling is van kabinetsbeleid. Is het dan wel de taak van het Nibud om de nare gevolgen van het kabinetsbeleid uit te leggen aan het volk? Of hoort daar een vertegenwoordiger van het kabinet te staan? En komt het de woningmarkt lobby niet heel goed uit dat de bedenker van de normen zo veel en zo vaak mogelijk uitleg moet geven over die ‘lastige’ normen?
Nibud is een sluiswachter aan de rand van een politiek moeras. Ik ben bang dat men met het actief voorlichten over de normen een stapje dichter bij dat moeras is geschuifeld. Mijn advies zou dus zijn om de minister lekker zélf te laten uitleggen waarom groepen Nederlanders minder kunnen lenen. Hij wordt betaald om politieke keuzes te verantwoorden en is vervangbaar als dat niet lukt. Het Nibud hebben we nog veel langer nodig.
En als de minister die verantwoordelijkheid niet wil nemen geeft hij deze maar door aan een ander gremium. Maar doe het dan liefst wel aan een orgaan met meer focus op het welzijn van ons land op een langere termijn dan een regeerperiode. De eerste kamer bijvoorbeeld.
1 comment for “Nibud, blijf bij dat moeras vandaan”