Begin jaren negentig
Het ging mijn ouders voor de wind. Huis bijna afgelost, paar promoties gemaakt. Tijd voor mijn vader om ons knusse motorsloepje te vervangen voor een BM-zeilbootje, een lang gekoesterde wens van hem. Mijn vader is een zeer vaardige zeiler, mijn moeder vond zeilen stiekem maar niks. Geen toeval dus dat ze er niet bij was toen we de eerste keer met de boot gingen varen.
Het moet een windkracht 5 zijn geweest ongeveer, toen mijn vader voor het eerst de zeilen hees. Mijn broer en ik waren mee en mochten de fok vasthouden. Enigszins geïntimideerd door de klapperende zeilen zaten we weggedoken voor in de boot. Om de haven uit te komen moesten we gelijk flink tegen de wind in laveren. Bij de allereerste keer dat we overstag moesten riep mijn vader: “Klaar om te wenden? Ree!”. Er gebeurde niks. Hij herhaalde: “Ree! Laat de fok los!”. Mijn broer en ik wisten niet wat de fok was en hielden krampachtig vast.
Die allereerste zeiltocht zijn we bij de allereerste keer overstag rechtdoor het eiland op gevaren. Het heeft een grote deuk in de (gelukkig) veengrond achtergelaten. We hebben de zeilen laten zakken en zijn terug gepeddeld. Het heeft lang geduurd voor we een tweede keer zijn gaan zeilen. Vaak dachten we met weemoed terug aan het kleine, knusse sloepje, maar ík heb daar in ieder geval nooit over durven praten.
Begin jaren tien
Daar stond hij dan. Hij, Mark Rutte, aan het roer van de zeilboot “HM de Nederland BV.” In de jaren voordat hij het roer overnam had het land het economisch goed gehad. Huizen waren duurder en duurder geworden en iedereen wilde onderdeel zijn van het overwaarde-feestje. Met iedere hypotheek vloeide nieuw geld de economie in en in de sterk gegroeide FIRE industrie was het prima toeven. Maar de windrichting was veranderd, het schip dreigde aan lagerwal te raken.
Gelukkig bereikten hem vanuit het kraaiennest geluiden dat hij het schip uit de gevarenzone kon sturen. Economische groei was immers mogelijk, alleen zouden we flink tegen de wind in moeten laveren. De wind was inmiddels wel flink aangewakkerd tot een volwassen storm. Maar als iedereen het vertrouwen in een behouden vaart had, konden we het naar het open water halen.
Het is inmiddels 2013 en we moeten voor de eerste keer overstag. Mark Rutte weet het zeker, als we allemaal wél dat huis kopen en wél die auto, gaat het economische vliegwiel weer de goede kant op. Uit volle borst roept hij: “Klaar om te wenden? Ree!”. Er gebeurt niks. Hij roept: “Laat de fok los!”. Verschillende lobbygroepen roepen in koor met hem mee. Er gebeurt nog niks.
Het is 2013 en we moeten concluderen dat het schip onbestuurbaar is. De fok wordt krampachtig vastgehouden door grote groepen mensen. De banken houden vast omdat zij de renteverlaging niet kúnnen doorberekenen aan klanten omdat ze aan nieuwe BASEL normen moeten voldoen. Gemeenten houden vast omdat door opdrogende grondinkomsten het geld ergens anders vandaan moet worden gehaald. Consumenten houden vast omdat ze aanvoelen dat het niet verstandig is je in de schulden te steken als er lastenverzwaringen op komst zijn.
Het is 2013 en we liggen op ramkoers naar het eiland. Mark kan aan het roer sleuren wat hij wil, oploeven richting economische groei is geen optie. Met de kust in zicht zou dit misschien het moment kunnen zijn om te kijken welke koers we eigenlijk willen varen en welke koers we kúnnen varen. Tot die tijd hoop ik op een veenbodem op het eiland.
[tube]http://www.youtube.com/watch?v=ajq8eag4Mvc[/tube]
2 comments for “Klaar om te wenden? – een waargebeurd verhaal”