Een nieuwe dag, een nieuwe campagne. Deze keer maakt vereniging eigen huis (VEH) zich zorgen om het dumpen van corporatiewoningen op de koopmarkt. Met wetgeving die aanstaande is, kunnen corporaties makkelijker ‘korting’ bieden op woningen. Op dit moment kan dat alleen als de ‘korting’ wordt verrekend met de winst wanneer degene die het huis van de corporatie kocht deze weer verkoopt. Op die manier ontstond een onzalig plan als ‘koopgarant’.
Corporaties zitten de laatste tijd vaak om cash verlegen, nadat er wat misgegokt werd met derivaten of bouwgrond. De kans dat zij woningen moeten verkopen om aan de lopende verplichtingen te voldoen is dus inderdaad aanwezig. Dit gebeurt niet alleen nu, het gebeurde ook aan het eind van de bubbel in de jaren zeventig. Sterker, het gebeurt niet alleen op onze woningmarkt, maar aan het eind van vele speculatieve bubbels. Er is ook een term voor: het Minsky moment:
Time when a flourishing market and a prospering economy lead consumers to be overly optimistic and borrow beyond their means. The upswing in the market is followed by spiraling debt and consumers who have borrowed too much must sell their good assets to pay their loans or default if they have no assets available to meet their debts.
(of zie film voor meer uitleg)
Ik kan me voorstellen dat VEH zich daar zorgen om maakt. Echter begrijp ik niet goed waarom ze denkt dat corporaties 20 duizend te weinig zouden vragen voor een huis. Als dat de prijs is waarvoor een woning verkocht kan worden, is dat de marktwaarde. De hele term ‘korting’ kan ik dan ook niet plaatsen.
Bovendien gaf VEH in mei al aan dat wonen duurder dreigde te gaan worden (lichtpuntje!) omdat het aantal gezinnen harder zou toenemen dan het aantal koopwoningen, dus zie ik niet waarom wat extra aanbod in het koopsegment per se slecht zou zijn. Ik denk alleen dat de goedkope woningen nu terecht komen in het zogeheten ‘startersegment’, waarvan ik verwacht dat over een paar jaar juist veel minder vraag naar koop- en meer vraag naar huur is.
Lees ook: AD.nl