Toen ik als kind met mijn ouders op vakantie ging, hadden we de gewoonte om na een strandvakantie aan de middellandse zee nog een weekje in de alpen door te brengen. Daar maakten we dan vaak een stuk of drie dagtochten van steeds zo’n 6 uur. Omdat de tochten door lokale VVV’s waren uitgezet wilde deze zes uur nog weleens variëren, net als de betrouwbaarheid van de beschrijving van hoe stijl de route zou zijn.
Zo kon het gebeuren dat we een keer een tocht maakten die zwaar tegen viel. Misschien hadden we ook wel een verkeerde afslag gepakt, ik weet het niet, maar het was een gi-gan-tische klim. Als je vaker loopt in de bergen weet je dat je een gigantische klim geen probleem hoeft te zijn zolang je maar vooraf weet waar je aan toe bent. Vergelijk het met atletiek, waarbij je een honderd meter sprint inzet om bij de finish te horen dat je 800 meter moest, dat is afzien.
Wat ik me kan herinneren van die bergtocht is dat mijn vader zo’n beetje iedere bocht in de verte aanwees, ‘dat na die bocht we er zouden zijn’. Ik heb hem waarschijnlijk een keer of vijf het voordeel van de twijfel gegeven, waarna ik de zesde keer weigerde om nog 1 stap verder te zetten. Mijn ouders en mijn broer zijn nog even verder gelopen om vast te stellen dat de piek inderdaad na de zesde bocht was. Het uitzicht was er schitterend, zeggen ze.
Ik kan me wel voorstellen wat mijn vader gevoeld moet hebben. Geen idee hoever het nog was waarschijnlijk, maar hopend dat hij de moed er in kon houden. Ik had als ieder kind in niemand meer vertrouwen dan in mijn vader, maar die dag bleken ook daar grenzen aan te zijn. Het zijn dit soort situaties die maken dat je kritisch wordt naar mensen die je goede kant op willen leiden in het leven. Door dit soort ervaringen zorg je, dat je later zelf weet wat de route wordt en dat je zelf een kompas kunt lezen. Achteraf moet je immers vaak concluderen dat degene die je alwetend had geacht eigenlijk ook maar gewoon mens was. Ik wil mijn basisschool docenten niet afvallen, maar…
We zitten inmiddels zo’n 5 jaar in deze crisis en op het journaal word je met enige regelmaat bestookt met meningen dat na de volgende bocht de bodem is bereikt. Ik heb flink tijd geïnvesteerd in uitzoeken hoe de routekaart werkt en welke kompassen er zoal te vinden zijn. Met de komst van internet en twitter in het bijzonder ben je in staat een waanzinnige hoeveelheid kennis en invalshoeken te vinden. Hoe meer kennis ik op doe van de woningmarkt, hoe meer ik het gevoel krijg dat de verslaggevers van de meeste media ook maar mensen zijn. Ik zie welke selecties zij maken in het nieuws en wie zij uitnodigen om ontwikkelingen te duiden en dit heeft mijn vertrouwen in de verslaggeving best wel geschaad. Op het vlak van de woningmarkt weet ik immers voldoende om te zien waar men uit de bocht vliegt, maar hoe zit dat op terreinen waar ik minder vanaf weet?
Ik snap natuurlijk best dat bijvoorbeeld de telegraaf of het NOS journaal hopen de moed er in te houden door alle positieve ontwikkelingen uit te vergroten en het negatieve nieuws weg te laten. Maar vertrouwen herstellen door middel van een leugentje om discutabele ‘bestwil’ is mijns inziens geen duurzame oplossing. Per slot van rekening blijft mijn vader altijd mijn vader, maar zijn kranten en TV steeds meer inwisselbaar.
1 comment for “Een leugentje om bestwil”