Wie wat van mijn uitspraken op twitter en dit blog kent, weet dat ik groot tegenstander ben van startersleningen. Als ik als starter een bod wil uitbrengen van 2 ton op een huis waar de verkoper nog 2,5 ton hypotheek heeft, help je mij niet met 50 duizend euro starterslening. Je helpt mij met een lening voor de verkoper. De NIBUD leennorm voor mij is al gemaximeerd voor een kinderloos bestaan en dus aan de hoge kant. Met het verstrekken van hogere leningen stijgen prijzen even hard mee, dus een groter huis krijg ik er niet mee en zodra de leningen stoppen heb ik een groot probleem om een koper te vinden die mijn huis voor hetzelfde bedrag wil overnemen.
Ik heb me dan ook meermaals uitgelaten om per direct te stoppen met startersleningen en het geld in te zetten om de mensen die echt een probleem hebben te helpen: de starter van 5 jaar geleden die een tweekamer appartement onder water heeft staat en toch een kinderwens heeft. Hij heeft schade opgelopen en met een soepele lening help je hem dit verlies te nemen. Het huis waar hij naar wil verhuizen is ook goedkoper geworden dus het verlies kan beperkt blijven. Er is zeker iets voor te zeggen dat ook banken in zo’n geval verlies moeten nemen, maar het verlies wordt zo in ieder geval niet doorgeschoven naar de starter.
In eerste instantie was ik afgelopen week dan ook blij verrast dat eerst Van Poelgeest en later Monasch begonnen over een lening aan doorstromers. Echter wordt tussen de regels door gelijk duidelijk waar het om te doen is:
Een reguliere starterslening levert de overheid namelijk geen extra belastingopbrengst op. Maar een doorstarterslening die leidt tot de aankoop van een nieuwbouwwoning wel.
en:
Amsterdam kan de woningmarkt op gang helpen door restschulden met een tweede hypothecaire lening te financieren. Om te beginnen zouden kopers van nieuwbouwwoningen in aanmerking moeten komen voor deze verhuislening.
De plannen om de doorstarter extra te financieren moeten er dus vooral toe leiden dat nieuwbouwprojecten verkocht blijven worden. Dit was altijd al het doel ook van startersleningen, maar misschien is men tot de conclusie gekomen dat de gebouwde nieuwbouw de afgelopen 30 jaar steeds onbereikbaarder is geworden voor starters en zij dus helemaal geen nieuwbouw meer kopen:
Ook worden de ‘huizentreintjes’ steeds korter. Mensen die hun huis verkopen kiezen er vaker voor om te gaan huren en steeds vaker is het verkochte huis al niet meer bewoond, zodat er ook niemand meer ‘doorstroomt’. Het inzetten van een starterslening bij gemeenten die een probleem met bouwgrond hebben is dus niet effectief genoeg. Misschien was het dan ook een kwestie van tijd voor banken en gemeenten die een gemeenschappelijk belang hebben bij dure nieuwbouw zouden gaan zoeken naar efficiëntere manieren om kopers te vinden.
Deze kopers lijkt men nu dus te hebben gevonden: jonge stellen die enkele jaren geleden op de piek van de markt er aan toe waren een bestaan met zijn tweeën op te bouwen en nu geen kant op kunnen door een restschuld. Hen wordt ‘de helpende hand’ geboden middels het inmiddels welbekende ‘duwtje in de rug’ van een extra lening.
Ze mogen de volgende stap in hun leven zetten. Mits ze de gemeente van een anders onverkoopbaar pand af helpen. Want ook in het Amsterdam van Van Poelgeest zijn panden onverkoopbaar. Nieuwbouwproject Oostpoort bijvoorbeeld is al 170 woningen aan het bouwen, waarvan er slechts 24 zijn verkocht volgens de website. Het deel van het project dat nog niet in aanbouw is, is on hold gezet en terug naar de tekentafel verwezen.
Nu de groei uit de economie is moeten er keuzes worden gemaakt. We kunnen niet én hoge huizenprijzen én lage maandlasten én een houdbare begroting hebben. Van Poelgeest en Monasch kiezen hier voor een houdbare begroting en hoge huizenprijzen. De lage maandlasten achten zij van ondergeschikt belang. Echter gaat niemand zomaar akkoord met te hoge maandlasten, tenzij je hem er toe dwingt. En de ‘second stepper’ met restschuld staat met zijn rug tegen de muur.
Nu de groei uit de economie is moeten er keuzes worden gemaakt en verliezen worden genomen. Overal om je heen zie je reddingsacties voor banken en landen. Maar vrijwel iedere reddingsactie is er een in de vorm van een extra lening. Of het nu Griekenland, Cyprus of de huizenkoper in de polder is. Een extra lening kan hij krijgen, zodat de verstrekker ervan nog even niet zijn verlies hoeft te nemen.